Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Die nabij en verre van u zijn, zullen u bespotten, gij [10]onreine van naam en [11]vol van onrust! 10. Dat is, die een schandelijken naam hebt, zijnde overal befaamd en vermaard van de boosheid, die men in u bedrijft. 11. Of, overvloedige, inwoeling, beroering; binnen welke zulk een gestadig gewoel is, om allerlei gruwelijke boosheid en vijandelijkheid uit te denken, waarmede gij overal te schande wordt. Dit wordt in het volgende verklaard.